荷兰语 de 和 het 用法总结 来源： 胡馨予的日志

A： DE-woorden

1.复数的时候全部用de（meervoud altijd DE)
   -- de mannen
   -- de kinderen
2.所有人物（alle personen)                              所有职业 （alle beroepen）
   -- de man/ de vrouw                                       -- de lerares
   -- de dochter/ de zoon                                    -- de bakker
   -- de oom/ de tante                                         -- de fotograaf
   -- de oma/ de opa                                           -- de arts

除了 uitzonderingen: het kind,het meisje.         het hoofd(vd school), het lid


3.大部分动物用de （de meeste dieren)
   -- de hond
   -- de kat/ de poes
   -- de koe
   -- de beer
   -- de leeuw
   -- de aap

除了uitzonderingen：      -- het paard/ het veulen(=pony）
                                    -- het shaap/ het lam
                                    -- het varken
                                    -- het zwijn(=wild varken)
                                    -- het hert
                                    -- het konijn

4.所有的水果（alle vruchten）
     -- de appel
     -- de banaan
     -- de mango
     -- de citroen
     -- de aardbei
     -- de peer
   所有的蔬菜 （alle groenten）
    -- de andijvie
    -- de spinazie
    -- de bloemkool
    -- de tomaat
    -- de komkommer
    -- de aubergine
   树木和植物 （bomen en planten)
    -- de spar
    -- de berk
    -- de populier
   所有的花
   -- de roos
   -- de anjer
   -- de klaproos
   -- de tulp

5. 所有用一下这些字母结尾的用de

   tie

-- de vakantie

-- de revolutie

-- de motivatie

-- de relatie

-- de situatie

-- de positie

 

  teit

-- de nationaliteit

-- de kwaliteit

-- de mentaliteit

-- de elektriciteit

 

   heid

-- de waarheid

-- de zekerheid

-- de schoonheid

-- de zuinigheid

 

    ing

-- de oplossing

-- de regering

-- de vergadering

-- de verzekering

 

6.所有maatanduidingen用TE结尾的用de

-- de hoogte

-- de diepte

-- de lengte

-- de breedte

-- de dikte

-- de grootte

 

7.所有数字，字母和发音 （cijfers,letters en klanken)

-- de een,de vier,de drie,de,twee

-- de a,de b,de z

 

8.工具（gereedschap）

-- de zaag

-- de boor

-- de schroevendraaier

-- de krik

-- de hamer

 

9.河流（rivieren）

-- de Rijn

-- de Maas

-- de Amazone

 

   山峰 （gebergten）

-- de Mount Everest

-- de Himalaya

-- de Mont Blanc

 

10.以下列字母结尾的单词都用 de

theek
-- de bibliotheek
-- de apotheek
-- de videotheek

ij
-- de wasserij
-- de slijterij
-- de slavernij

ie
-- de komedie
-- de studie
-- de economie

iek
-- de politiek
-- de boetiek
-- de fabriek

te/de
-- de menigte
-- de liefde

uur
-- de apparatuur

ica
-- de informatica
-- de logica

ine
-- de aspirine

age
-- de gerage

nis
-- de geschiedenis
-- de hindernis

se
-- de interesse

11.季节的名称（seizoenen）
-- de lente
-- de herfst
-- de zomer
-- de winter
除了：het voorjaar.het naarjaar

  乐器名称（muziekinstrumenten)
-- de viool
-- de harp
-- de gitaar
-- de trompet
除了;het orgel,het harmonium

12.疾病（ziekten）

-- de griep
-- de cholera

13.动作词名词用法时（这个不是很会解释，不知道说的对不对）
stammen van werkwoorden,als zelfstandig naamwoord gebruikt

-- de stap
-- de val
-- de schreeuw

B. Het-woorden


1.所有小化的词（alle verkleinwoorden)

-- het huisje
-- het fietsje
-- het mannetje
-- het jongetje
-- het meisje

2.用下列字母开始的词组

be
-- het begin
-- het besluit
-- het beroep

ge
-- het geloof
-- het gevaar
-- het geluk

ver
-- het verhaal
-- het vervoer
-- het verlies

ont
-- het ontbijt
-- het ontslag
-- het ontwerp

3.动词不定式 infinitieven=hele werkwoorden
-- het eten
-- het slapen
-- het leven
-- het wonen

4.以下列字母结尾的

isme
-- het fascisme
-- het racisme
-- het expressionisme
-- het terrorisme

ment
-- het experiment
-- het abonnement
-- het instrument
-- het signalement

tuig
-- het vliegtuig
-- het vaartuig
-- het voertuig
-- het rijtuig

aal
-- het materiaal
-- het ideaal
-- het kapitaal

eel
-- het toneel
-- het teveel
-- het kasteel

um
-- het museum
-- het athenaeum
-- het centrum


5.金属（metalen）
-- het ijzer
-- het goud
-- het zilver
-- het brons

   方向（windstreken)
-- het noorden
-- het westen
-- het noordoosten
-- het zuidwesten

6.语言(namen van talen)
-- het Nederlands
-- het Portugees
-- het Turks

    国家（landen)
-- het oude Nederland
-- het moderne Portugal
-- het Tukije van tegenwoordig

let op: meestal gebruiken we de namen van talen en landen zonder lidwoord.
-- Ik spreek Nederlands
-- Ik spreek geen Portugees
-- Ik lees Turks
-- Ik woon in Nederland
-- Ik kom uit Portugal
-- Turkij is een mooi land

7.很多集合名词（veel verzamelwoorden）

-- het fruit
-- het brood
-- het weer

8.namen van spelen

-- het voetbal
-- het honkbal
-- het handbal